Voor topsprinters Kwant en Nijenhuis telt na bikkelharde voorbereiding enkel nog het NK-goud: ‘Dat zilver hang ik niet op’

(bron: De Stentor / Marek Veurtjes

Alleen goud is goed genoeg, met die instelling stonden de rivaliserende topsprinters Rémon Kwant en Glenn Nijenhuis aan de start bij het NK. Niet voor niets koos zowel de Heerdese thuisfavoriet Nijenhuis als de uit Koekange afkomstige Kwant voor het eerst voor een bijzondere voorbereiding op het NK, om tegelijkertijd de kans op een EK-ticket te maximaliseren.

Bij het NK kruisten Glenn Nijenhuis (voorgrond) en Rémon Kwant (achter) meerdere keren de degens, waarbij Kwant er als enige goud aan over hield.
foto: Henri van der Beek

In de finale van de 200 meter vrijdagmiddag stonden letterlijk twee eenlingen op de baan. De één startte aan de ene kant, de andere aan de overkant. Op zichzelf aangewezen, zoals ze dat waren in hun jacht op een plek bij de Nederlandse top. Om er nog meer uit te halen waren rigoureuze stappen nodig. Kwant zegde zijn baan als kandidaat-notaris op en trok naar het Italiaanse Siena, om daar bij wereldtopper Duccio Marsili en zijn familie in te trekken. De Heerdese thuisfavoriet Nijenhuis koos voor een bikkelhard trainingsregime van twee maanden in het Colombiaanse Cartagena.

Kennismaking met het enorme niveauverschil

Behalve een mooie ervaring, uitermate fijne weersomstandigheden en een groep profs om zich aan op te trekken, was het volgens beiden ook een onaangename kennismaking met het grote niveauverschil. ,,Ik werd er door junioren af gereden in het begin, echt waar”, biechtte Nijenhuis op. ,,In de eerste die weken dacht ik wel, ‘hoe ga ik dit volhouden?’ Ze trainen er echt zo knetterhard, dat zou mij in mijn eentje in Nederland nooit lukken.”

Die trainingsintensiteit van de Colombianen was voor Kwant een reden om naar Italië te gaan. ,,Ik weet daat voor mij dertig uur trainen in de week te gek is.” Ook bij hem duurde het even voordat hij de schrik te boven was. ,,Ik dacht ‘shit, ik word er voortdurend afgereden. Ik spiegelde mij teveel aan hen. Ik dacht al snel van ‘ik maak mezelf alleen maar gek’.

Wat leverde het ze op?

Het was natuurlijk de vraag of de twee bij het NK al voordeel merkten van hun bijzondere voorbereiding, waarvoor meer skeeleraars in het verleden kozen. ,,Het gaat om een skeelerlengte, een paar wieltjes. Daarvoor moet je ontzettend hard trainen. In een paar maanden kun je geen wonderen verwachten. Het is niet zo dat je opeens meters gaat pakken op jouw concurrenten”, aldus Kwant.

Nijenhuis zei zich met name fysiek beter te voelen, maar qua snelheid nog niet veel verschil te merken. ,,Ik had misschien wel gehoopt iets beter te zijn. Ik weet ook niet of het voor mij goed is om zo zwaar te trainen, maar het was gaaf om mee te maken.”

Hij reed Kwant (4e) er wel af op de 200 meter, maar zijn tijd was niet goed genoeg voor goud. ‘Ja, ik baal als een stekker,’ reageerde Nijenhuis toen een voorbijganger hem vroeg of hij baalde van het mislopen van de nationale titel, op een tiende van een seconde.

Kwant, die in tegenstelling tot Nijenhuis vooralsnog in zijn Italiaanse trainingsgroep blijft, had een dag eerder op de one lap meegemaakt wat Nijenhuis een dag later meemaakte. Het liet zien wat het trainen in zo’n omgeving met ze deed. Alleen de winst telt. ,,Zo’n gouden medaille hang je netjes op, maar zo’n zilveren? Nee, die niet.”

Een dag later op zaterdag was het alsnog raak op de 500 meter, waarbij hij Nijenhuis (zilver) nipt klopte. Kwant lijkt zodoende zeker van het EK komende maand, voor Nijenhuis, die nog in actie komt bij het NK 100 meter komende zondag in Rotterdam, wordt het nog even billenknijpen. ,,Ik had minstens één titel moeten hebben”, zei hij.

Thuisrijder Ariëns wint wél

Het thuispubliek kreeg met Crispijn Ariëns in elk geval een thuiswinnaar. De marathonrijder van team Reggeborgh pakte de winst op de puntenkoers. De Nijeveense Fleur Huls was individueel de beste op de 200 meter, en greep met haar ploeg DOUBLEff ook nog de zege op de relay. Zeewoldenaar Luc ter Haar kwam op de afvalkoers als eerste over de streep. Staphorster Christian Haasjes was bij de mannen met Los Toreadores de beste op de aflossing.

Magistrale slotronde bezorgt Rémon Kwant cruciale titel

(bron: Schaatsen.nl)

De 500 meter moest een prooi worden voor Rémon Kwant. Zijn Daikin NK Inline verliep niet dramatisch, maar de glans ontbrak. Wilde hij zijn stap naar Italië beloond zien worden met een plek in de EK-selectie, dan leek een gouden medaille het minimaal vereiste. En zo geschiedde…Foto : Neeke Smit

“Het was geen slecht toernooi, maar ik stond nog met lege handen. Op de slotdag moest het gebeuren”, vertelt Kwant, die voelde dat de druk er maximaal opstond. “Iedereen leefde vrijdag met mij mee, maar je moet daar niet te veel in meegaan. Er kwam nog één afstand aan en die kans moest ik pakken.”

De 28-jarige Kwant behoort al jaren tot de Nederlandse top, is veelvoudig nationaal skeelerkampioen en had dus ook goede papieren om de titel te winnen. Maar met de rappe Jelmar Hempenius, thuisfavoriet Glenn Nijenhuis en regerend Nederlands kampioen 1000 meter, Kay Schipper, stonden er nog drie sterke mannen aan de start. Bovendien was de halve finale van Kwant niet overtuigend geweest. En hij lag halverwege de eindstrijd ook nog eens ver achteraan…

“Door een slechte start moest ik gokken op de laatste ronde. Ik wilde hem opzetten, maar was bang dat ik het verschil te groot had laten worden. Dan moet je in de slotronde hopen dat je een gaatje vindt waardoor je de mannen voorbij kan steken. Bij de 1000 meter van vrijdag kwam die niet, nu wel. Met veel snelheid ging ik de laatste bocht in en kon ik Glenn en Jelmar, die in het begin hard hadden gereden en bij wie er het beste vanaf was, voorbij”, haalt de Nederlands kampioen zijn race terug. Door zijn sterke eindschot hield hij de pure sprinters van zich af en mocht hij naar het podium voor het Wilhelmus. 

Rémon Kwant
Het verschil was niet groot, maar de snelheid van Kwant gaf de doorslag. Nijenhuis (midden) en Schipper (rechts) kwamen er niet aan te pas. | Foto : Neeke Smit

De opluchting was van zijn gezicht af te lezen. Ook zijn vriendin en teamgenoten leefden met Kwant mee. Want naast het rood-wit-blauw en de gouden medaille, was er nog iets te verdienen tijdens het NK. “Ik heb me goed laten zien voor een plek in de EK-selectie. Daarbij komen de resultaten uit het verleden en het zilver op de one lap. Alles reed ik dit NK in de top-4, dan moet het raar lopen wil ik niet meegaan naar Frankrijk.”

Kwant was dit seizoen weinig te zien in Nederland. Hij verkoos vaak de trainingen in Italië boven de krachtmetingen in eigen land, waardoor hij de bondscoach nog niet had kunnen overtuigen van zijn kwaliteiten. En zelf was hij ook zoekende. “Het viel me tegen hoe goed ik was dit seizoen. Het lijkt allemaal fantastisch en ik ben heel blij met mijn stap naar Italië, maar het is wel een heel andere manier van trainen in een nieuwe omgeving. Hoewel ik goed word opgevangen door het team, zit ik veel alleen. Alles is nieuw en daar komt mijn onzekerheid vandaan.”

Kwant vervolgt: “Jarenlang was ik of alleen aan het trainen of één van de besten van de groep. In Italië moet ik 110 procent zijn om te kunnen volgen, maar dat ben ik niet altijd. Ik moet beter en fitter zijn om die gasten partij te bieden. Gaat het wel zo goed?”, spookte door het hoofd van de inlineskater. “Dan zet je de knop om. Ik train met rijders die beter zijn, naar hun niveau wil ik groeien en dat is de reden dat ik naar Italië ben verkast. Het zou niet best zijn als ik al na twee maanden mijn teamgenoot en meervoudig Europees kampioen Duccio Marsili erop zou leggen Voordat ik het avontuur aanging, heb ik gezegd dat ik de tijd moet nemen. Vertrouwen hebben dat het zich volgend seizoen uitbetaalt. Alles wat ik deze zomer pak, is mooi meegenomen. Vandaag is een goede bevestiging.”

Rémon Kwant: weinig referenties, maar wel vertrouwen voor Daikin NK Inline

(bron: Schaatsen.nl)

Met slechts drie wedstrijden in de benen mengt Rémon Kwant (28) zich de komende dagen in de strijd om de medailles op het Daikin NK Inlineskaten in Heerde. De resultaten waren niet bijzonder, maar doen hem weinig. “Hopelijk ben ik goed genoeg om me te kwalificeren voor het EK”, zegt de man die in januari naar Italië verkaste om een betere skeeleraar te worden.Foto : Neeke Smit

De (beroerd bezette) baanwedstrijd in Rijssen van afgelopen zaterdag zou hij nog rijden als een laatste test. “Wanneer de grootste concurrenten voor het NK echter allemaal wegblijven, heeft het weinig zin. Ik gaf daarom de voorkeur aan een goede training op de baan in Heerde. Maar er zijn niet veel meetmomenten voor me geweest, daarom is het gissen waar ik sta. Ik kan alleen mezelf vergelijken tussen januari en nu. Dan meen ik dat ik beter ben geworden, mede doordat ik nauwelijks tijd ben kwijtgeraakt aan het reizen en die winst heb verpakt in trainingsarbeid. In het verleden ging ik naar de meeste Europacups, dit voorjaar ben ik via de baanwedstrijd in Heerenveen eerst naar Geisingen en vervolgens Heerde getrokken, en daarna met het vliegtuig teruggekeerd in Italië.”

“Minder races, minder reizen, dat betekent meer trainen, En keihard, dat is wat de Italianen doen, het liefst het hele seizoen door. We hebben sinds januari enorm intensief getraind. Vlak voor het Italiaans kampioenschap van afgelopen weekend werd er eindelijk wat gas teruggenomen, wat mij goed uitkwam. Daardoor had ik stiekem een paar dagen langer om bij te komen, omdat het NK in Nederland een week later is.”

Rémon Kwant baanwedstrijd Heerenveen met Bart Hoolwerf april 2023
De baanwedstrijd In Heerenveen (april) was het eerste optreden van Rémon Kwant (l) sinds zijn verhuizing naar Italië. | Foto : Neeke Smit

Ben je klaar om op het Daikin NK Inline te doen wat je moet doen?
“Ja, daar ga ik wel van uit. Je moet het NK ook niet groter maken dan dat het is. Het wordt een kwestie van goed rijden en kijken waar ik sta. En EK-kwalificatie afdwingen, daar draait het om. Ik heb in het verleden laten zien dat ik mooie resultaten op het EK en WK heb kunnen halen. De bondscoach weet wat ze aan mij heeft. Als het niveau gelijkmatig is, dan kan ik me voorstellen dat dat meespeelt bij het aanwijzen van deelnemers.”

“Er mogen acht rijders per categorie meedoen. De KNSB is echter niet verplicht om alle plaatsen in te vullen. Sterker nog, ik denk dat een Nederlandse titel niet automatisch betekent dat je meegaat. Er wordt nadrukkelijk gekeken naar het niveau, want het uitgangspunt van de bond is dat je op het EK medaillekansen moet hebben. De Europacups hebben al een beetje aangetoond hoe de krachtsverhoudingen liggen. Een wedstrijd tijdens het NK kan gerust mooie strijd opleveren, maar wanneer Valentina (Berga-Belloni, de bondscoach, red.) en selectiecommissie de race inschatten als een achterhoedegevecht op het EK, kunnen de nummers 1 en 2 ook worden thuisgelaten. Deels vanwege het niveau, deels om budgettaire redenen.”

Sprinter Kwant verschijnt in Heerde aan de start van de meeste nummers. De one lap, 500 en 1000 meter bieden hem podiumkansen, terwijl hij de 200 meter beschouwt als voorbereiding op de 500 meter. De 100 meter sprint op de weg (zondag 25 juni in Rotterdam) is niet aan hem besteed: te specifiek. “Dan zit ik alweer in Italië. 100 meter heeft voor mij geen zin een week langer in Nederland te blijven. Stel dat ik dat wel doe en die discipline voor mij goed uitpakt op het NK, dan heb ik nog niet het niveau om internationaal mee te doen om prijzen. Het is zinvoller een week extra te trainen in Italië.”

Over dat land gesproken, waar je inmiddels een half jaar woont en traint met Duccio Marsili, een wereldtopper in deze sport. Heeft de verhuizing gebracht wat je hoopte?
“Denk het wel. Ik ben heel blij dat ik dit heb gedaan. Het bevalt supergoed. Ik train er lekker. De begeleiding neemt mij ook echt goed mee en ik voel me op m’n gemak in de groep. Van tevoren was het afwachten hoe alles zou uitpakken. Of het meteen in wedstrijden tot resultaat leidt, dat weet ik niet. In de jaren dat ik skeeler heb ik een mooi niveau bereikt. Het zou gek zijn als ik door een paar maanden in het buitenland te trainen plotseling een seconde per ronde harder ga. Dat is natuurlijk niet te verwachten. Wat ik in eerdere interviews heb aangegeven: mijn lichaamssamenstelling is iets anders. Dat heeft invloed op je timing, techniek, coördinatie. Het heeft tijd nodig om de andere trainingsmethoden te adopteren. Het liefst wil je direct resultaat.”

“Alles wat ik nu win is mooi meegenomen. Ik moet niet bij de pakken neerzitten of denken dat het dom was dat ik deze keuze heb gemaakt, indien het dit weekend niet helemaal naar wens verloopt. Een paar goede resultaten zou een leuke bevestiging vormen. Wat ik heb gedaan is een gok. Je moet ook dingen doen waar je blij van wordt en ik ben heel blij over de afgelopen periode en de opgedane ervaring. De Italiaanse coaches constateren in elk geval dat ik vooruit ben gegaan. Ze kennen de Nederlandse skeelerwereld niet goed. Ze kunnen me alleen vergelijken met Duccio. Ik word beter, maar hij ook, haha. De onderlinge verhoudingen blijven redelijk hetzelfde. Het is aan mij het gat de laatste paar weken voor het EK te verkleinen. Ik geloof niet dat hij al bang van me wordt hoor. Hij is vooral blij met me, omdat we samen prachtige trainingen hebben. En veel lol. Dat is ook belangrijk.”

Alle informatie over het Daikin NK Inline in Heerde staat hier 

‘Italiaanse’ hemelbestormers

(bron: Leeuwarder Courant/Harm Postma)

Afzonderlijk van elkaar vertrokken de Friese skeeleraars Rémon Kwant en Berber Vonk respectievelijk drie maanden en anderhalf jaar geleden naar Italië. Om de hemel te bestormen. Zaterdag waren ze even terug in Heerenveen om de degens te kruisen met hun vaderlandse concurrenten.

foto: Neeke Smit

Hoewel de lente deze zaterdagochtend aan de deur morrelt, wil het verlichtende jaargetijde maar niet echt doorbreken. Het is koud. Er waait een guur windje over de semi-overdekte skeelerpiste van Heerenveen. Neerlands beste skeeleraars, van cadetten tot senioren, treffen elkaar daar voor het eerst in het nog prille seizoen.

Op soepel draaiende wieltjes zoeven de atleten over de baan. Een korte baan van 200 meter. Op 20 centimeter na, verklapt Alfred van den Akker, voorzitter van de organiserende ijs- en skeelerclub Lindenoord. ,,Inlineskaten is een wereldsport. Behalve in Nederland’’, zegt Van den Akker. Om maar met de deur in huis te vallen.

In een klapstoeltje op de staantribune zit Rémon Kwant (28), skeeleraar van beroep, zeg maar. Hij pakte al eens zilver en brons op een Europees kampioenschap. Kwant weet dat skeeleren geen wereldsport is in Nederland.

Dat heeft hij aan den lijve ondervonden. Daarom verkaste hij naar Italië. Hij wil goud winnen. Op een EK. Daarover later meer.

Kwant oogt een tikkeltje nerveus. En koud. Deze kou heeft hij al weken niet meer gevoeld. Hij woont en traint in Siena, in Toscaans Italië. Daar is het al weken lente. Kwant wil zich laten zien vandaag. Zijn concurrenten én bondscoach Valentina Berga- Belloni letten op hem. Die laatste bepaalt uiteindelijk na het NK (half juni) wie er naar het EK gaan. De eerste 500 meter, Kwants specialisme, komt hij als tweede door. ,,Daar baalt hij van’’, fluistert zijn vriendin Floor Stoelinga.

In de halve finale start Kwant vals. Vervolgens schiet Kay Schipper (Medemblik) hem nog voorbij in de laatste ronde. Vlak voor de finale schroeft Kwant in alle haast nog een nagelnieuw setje wieltjes onder zijn skeelers.

Bij aanvang van die finale start Kwant opnieuw te vroeg. Met als gevolg dat de wedstrijd meteen over en uit is voor hem. Zo zijn de regels. Kay Schipper – een van Kwants grootste concurrenten – wint de finale uiteindelijk. Dat Schipper in de halve finale nog over Kwant heen kon komen doet hem glimlachen.

,,Dat viel me mee’’, zegt Schipper. Schipper heeft een ongestructureerde winter achter de rug, vertelt hij. ,,Ik heb in Colombia en Zuid-Frankrijk getraind. Daarnaast veel clinics en trainingskampen georganiseerd. Ik doe veel voor de sport. Zo kan ik topsport bedrijven’’, zegt Schippers. Zo kan hij het betalen, bedoelt hij.

Jelmar Hempenius – Kwants Friese concurrent, de 22-jarige upcoming man uit Burgum die de finale net niet haalde – heeft een 20-urige baan om zijn topsportcarrière te kunnen bekostigen. ,,Ik bin ek lid fan it KNSB talintteam Noard-Nederlân. Mear konkurrinsje ha ik foar myn spesjalisme, de 100 – en 200 meter, net nedich’’,beweert Hempenius.

Kwant wel. Die miste concurrenten, trainingsmaten en steun van de KNSB. ,,Het werd elk jaar minder. Vorig jaar was het dieptepunt. Ik trainde alleen, had geen programma en geen coach. Ik trainde fulltime, kwam geen stap verder, maar wilde wel winnen’’, zegt Kwant. Het roer moest om.

Het roer ging radicaal om. Hij zegde zijn baan als kandidaat-notaris op, trainde sinds oktober op schema’s van zijn Italiaanse coach en sloot zich in januari aan bij de club van zijn Italiaanse maatje Duccio Marsili. ,,Hij won een Europese titel. Qua karakter kan ik me aan Duccio spiegelen. Een sociale vent. Hij wil wereldkampioen worden. Dus ik train met een heel gemotiveerd iemand.’’

In Italië doet Kwant alles wat hem door trainer Jacopo Boldini wordt voorgeschreven. ,,Ik moest aankomen. Van 69,5 kilo naar 75 kilo. Vooral door krachttraining. Want sprinten doe je op kracht en snelheid, vindt hij.

Dan doe ik dat. Zijn club haalt er goede resultaten mee. Vandaag kwam het er niet uit. Dat kan ook niet. In drie maanden verander je niet veel’’, stelt Kwant. Hij geeft zichzelf twee jaar om de top te bereiken. ,,Ik leef van geld van sponsoren. Zal uiteindelijk wat spaargeld moeten gebruiken om rond te kunnen komen. Ik train zes keer per week. Niet absurd veel maar ga iedere keer helemaal kapot.’’

Zijn bondscoach juicht Kwants stap toe. ,,Het is altijd goed op zoek te gaan naar een nieuwe prikkel’’, zegt Berga-Belloni. Daarnaast heeft ze ook haar bedenkingen. Bijvoorbeeld over krachttrainingen. Want krachttrainen kan ook net zo goed op skeelers, vindt zij. Ze weet ook waar ze over praat. Berga-Belloni is gepokt, gemazeld en gelauwerd. Zij pakte in haar carrière 19 wereldtitels en 26 Europese titels. Ze vindt dat Nederlandse skeeleraars snel klagen. Over Kwant: ,,Hij mag nog wel wat arroganter, bozer worden.’’

Een andere voormalig pupil (Kwant trainde in Nederland enige tijd onder Berga-Belloni) van de huidige bondscoach is Berber Vonk (26). Zij komt uit Appelscha maar verkaste anderhalf jaar geleden al naar het Italiaanse Treviso. ,,Ik heb toen mijn baan als sociotherapeut in de verslavingszorg opgezegd. Ben eigenlijk om dezelfde reden naar Italië vertrokken als Rémon’’, vertelt Vonk vlak na haar race over 500 meter.

Vonk is tijdens die halve finale hard op haar hoofd gevallen. ,,Ik ben nu nog wat duizelig’’, erkent ze. Vonk heeft roerige jaren achter de rug. Ze kreeg tijdens het marathonschaatsen het ijzer van een andere rijdster in haar arm. Gevolg, een diepe wond van 20 centimeter lang. De revalidatie van haar arm duurde lang. De angst voor zo’n ongeluk raakte ze niet meer kwijt. Vonk stopte in januari 2022 met marathonschaatsen. In het jaar daarvoor kreeg haar moeder een hersenbloeding. Ook dat had veel impact op de Friezin. ,,Mijn moeder is gelukkig hersteld. Het enige wat zij eraan over heeft gehouden is de levensles dat plezier in het leven het belangrijkste is.’’ Met deze les in haar hoofd vertrok Vonk naar Italië. ,,Ik zat in net zo’n flow als Rémon. Altijd top drie maar nooit iets extra’s. Ik was het plezier hier kwijtgeraakt en wilde meer winnen. Fysiek en mentaal ligt het niveau hoger in Italië’’, vindt Vonk. ,,Ze trainen daar van jongs af aan om een EK te winnen. Dat wil ik ook.’’

Zij heeft zich helemaal gesetteld in Italië. Ze leert de taal, heeft een Italiaanse vriend en wil daar wel blijven. ,,Maar mijn vriend Andrea Bighin (voormalig juniorenwereldkampioen) wil eigenlijk naar Nederland. Omdat we het hier met scholen, ziekenhuizen en zo veel beter geregeld hebben’’, zo verklaart Vonk. Even later rijdt ze nog de punten/afvalkoers. Ze moet namelijk een landelijke wedstrijd hebben gereden om toegelaten te worden tot het NK. Of het verstandig was, luidt

de vraag vlak na afloop van de puntenkoers. ,,Bij een hoge hartslag klopte het ook hard in mijn hoofd. Het zal wel loslopen’’, denkt Vonk. Het tekent haar karakter en haar passie voor de sport. Aan passie ontbreekt het niet bij skeeleraars. Die drijfveer hebben ze ook nodig want vooralsnog trainen velen, op een aantal nieuw gevormde clubjes, in Nederland en daarbuiten op hun eigen manier. Op eilandjes. Daarnaast moeten ze het meeste zelf bekostigen. ,,Klopt. We hebben het moeilijk’’, erkent Berga-Belloni. ,,We hebben als sport geen A-status meer. Maar we zijn bezig om een nationale ploeg te vormen.’’ Kwant reageert daarop met: ,,Dat is mooi, maar dat roepen ze al jaren.’’ Berga-Belloni: ,,Ik ga dat gewoon regelen!’’

Rémon Kwant kweekt acht kilo spiermassa extra onder Italiaans regime

(bron: RTV Drenthe)

INLINESKATEN – “In augustus woog ik nog 69 kilo. Nu ben ik acht kilo zwaarder”, zegt inlineskater Rémon Kwant (28) triomfantelijk. Terwijl veel mensen er niet blij mee zouden zijn, geldt dat niet voor de skeeleraar uit Koekange. Het is een gevolg van zijn nieuwe trainingsaanpak.In januari nam Kwant een drastisch besluit door z’n baan als kandidaat-notaris in Nederland op te zeggen en naar het Italiaanse Siena te verhuizen om daar vol voor z’n sport te gaan.

foto: RTV Drenthe/Karin Mulder

Veel geïnvesteerd in krachttraining

“Ze zien me daar echt als sprinter en ze maken ook wel eens grapjes dat ik eigenlijk altijd als langeafstandsspecialist heb getraind”, vertelt Kwant. “Vanuit het schaatsen waren we hier gewend om veel te fietsen. Maar de fiets heb ik al vanaf oktober niet meer aangeraakt. We doen alles op skeelers en ik heb heel veel geïnvesteerd in krachttraining. Sprinters moeten nou eenmaal heel veel kracht hebben en daar lag volgens hen echt een zwak punt bij mij.”Kwant is meervoudig Nederlands kampioen op verschillende sprintafstanden en stond ook meerdere keren op het podium bij het EK. Maar hij wil meer. En in Nederland werd het steeds lastiger om op niveau te trainen.    00:00 | 00:00Inlineskater Rémon Kwant kweekt acht kilo spiermassa onder Italiaans regime.

‘Steeds minder geld en gezamenlijke trainingen’

“We hadden het tien jaar geleden in Nederland nog heel goed voor elkaar. We haalden toen medailles op EK’s en WK’s en ik kwam als broekie net kijken. Dat was dus perfect. Alleen de laatste jaren kwam er steeds minder geld en trainden we steeds minder met elkaar. Totdat je helemaal alleen traint, dat is wel jammer.”

‘Elk dorp heeft eigen skeelerbaan’

In Italië lijkt hij het qua trainingen nu goed op de rit te hebben. “In principe heeft elk dorp of elke stad wel een eigen baan. En jong en oud staan daar elke avond samen op de skeelers. Hier in Nederland trainen clubs twee of drie keer in de week. Hier wordt er van je verwacht dat je er minimaal zes keer in de week bent. En dan is het geen training van een uurtje maar gewoon een training van twee uur.””Wij trainen ook vaak met de ‘kleintjes’ op hetzelfde uur en dan denk ik: poeh die hebben al een behoorlijk niveau. Daar beginnen ze gewoon al op heel jonge leeftijd met heel veel skeeleren. En dat kennen wij hier gewoon niet”, gaat Kwant verder.”Ik train hier nu met Duccio Marsili. Hij won drie keer goud op de Wereldspelen. Dat zijn de Olympische Spelen voor niet Olympische sporten. Ook werd hij vier keer tweede op het wereldkampioenschap en negen keer Europees kampioen. Hij wil graag wereldkampioen worden en ik wil graag Europees kampioen worden. Het is een super gemotiveerde groep.”

Bondscoach

Valentina Belloni is de bondscoach van onze Nederlandse inline-skaters. Ze is getrouwd met voormalig marathonschaatser Ingmar Berga en woont in Hoogeveen. Ze komt oorspronkelijk zelf nota bene uit Italië en won daar negentien keer WK-goud en 26 keer EK-goud. Ze snapt de keuze van Kwant wel. “Op veel plekken in Italië zijn grote clubs met goede trainers waardoor ze elke dag kunnen trainen en daar benaderen ze het skeeleren ook als topsport.”Op de vraag of Kwant ook de ‘goede kop’ heeft om de volgende stap te zetten. twijfelt Belloni een beetje. “Ik zeg altijd tegen hem dat hij wat arroganter en wat agressiever moet zijn. Hij moet tijdens wedstrijden de knop leren omzetten.”

Sponsoren

Kwant leeft op de gulle giften van sponsoren en is blij als hij aan het einde van het jaar op nul uitkomt. Hij heeft al z’n financiële zekerheden overboord gegooid voor een sport die alleen maar geld kost.”Als je een paar mindere trainingen hebt dan baal je wel. Dan vraag je je af of dit wel de juiste keuze is. Maar ik denk dat het sowieso de juiste keuze is en ik hoop dat het zo uitpakt als ik wil’, besluit Kwant. Hij gunt zichzelf in eerste instantie twee jaar de tijd voor dit project.

Baancompetitie

Nu is hij voor even weer terug in Nederland omdat hij zich hier moet plaatsen voor de grote toernooien. Komend weekend begint het nieuwe skeeler-seizoen met de baancompetitie in Heerenveen.