De finale van de 500 meter op het EK in Pamplona liet het publiek ontredderd achter. Wat het slotstuk van de avond had moeten worden, ontaardde bij de 500 meter in Pamplona in een bizar schouwspel, met Rémon Kwant als kind van de rekening. Nadat de Meppelaar knap de finale had gehaald, stond hij na afloop met lege handen.
De spanning stond er goed op bij de finalisten, wat viel op te maken uit de valse start van Valentin Thiebault. Hoewel bij de tweede start Kwant zelf in de fout leek te gaan, werd dit door de jury anders ingeschat. De Fransman werd de rode kaart getoond, waarna hij de baan moest verlaten. De beslissing van de jury kon echter niet op goedkeuring rekenen van het aanwezige publiek.
“Het was heel gek”, vertelt Kwant na afloop. “Hij was natuurlijk weg en dan heb je sowieso al brons. Daar wil je alleen ook niet teveel mee bezig zijn, want ik had drie hele goede voorrondes. Dan wil je dat doortrekken en ben je ook niet meer tevreden met brons.” Na de zilveren medaille van maandag op de teamsprint zou Kwant op de 500 meter zijn derde Europese medaille kunnen halen, zijn eerste individuele.
Dankzij het fluitconcert van het publiek werd het scheidsrechterskorps echter in twijfel gebracht. Na een kortdurend overleg werd de diskwalificatie van Thiebault herroepen en stonden alsnog vier rijders aan de start. Kwant wist niet meer helemaal wat hem overkwam. “Als je hoort dat die Fransman terug mag, denk je wel een seconde shit. Maar dat was ook de situatie voor al dat gedoe, dus dan moet je hem maar gewoon weer verslaan.” Dat bleek nog een bittere pil voor de 24-jarige skater. Het publiek was niet meer stil te krijgen en de rijders konden de starter niet meer verstaan.
Nadat alsnog met vier man werd gestart, viel Kwant terug naar de laatste plaats. “Ik hoopte nog voor de Fransen te komen, maar we trapten op elkaars skeelers en ik raakte uit balans. Toen zakte de focus wel weg. Het is lastig, want je baalt nog zo van dat moment. Dat is iets dat ik nog moet trainen denk ik. Je houdt er van tevoren geen rekening mee en dat is heel zuur.”
Kwant probeerde nog aan te dringen bij zijn voorgangers maar wist zich niet meer in de strijd om de medailles te mengen. Met een spectaculaire spagaat passeerden Duccio Marsili en Thiebault vervolgens naast elkaar de finish. Na het raadplegen van de fotofinish werd Marcili door de jury als winnaar aangewezen. Darren de Souza pakte het brons, terwijl Kwant, die in de halve finale nog met gebalde vuist over de streep kwam, eindigde zwaar teleurgesteld als vierde.
“Als je van tevoren had gezegd dat ik in de finale zou staan en vierde was geworden, was ik zeker blij geweest. Ik ben nu ook wel tevreden hoe de dag verliep, maar het is toch heel jammer dat ik geen tegenstand kon bieden. Maar ik heb genoeg toernooien gehad dat ik slechter was in de wedstrijd dan in de trainingen, gelukkig is dat nu andersom. Morgen (woensdag, red) is weer een belangrijke dag en er liggen weer kansen voor een medaille”, sluit hij toch met een positieve noot af.
Tas en Llop maken indruk
Op de 500+D meter gold voor alle categorieën dat de rijders met de acht snelste tijden zich plaatsten voor de halve finales. De heat winnen gaf dus geen garantie op een startbewijs. Bij de vrouwen reed Lianne van Loon een prima race, maar haar tijd was niet snel genoeg. Moniek Klijnstra zakte na een moeilijke start terug naar laatste positie en liet met zware benen de wedstrijd verder lopen. Sandrine Tas wist uit geslagen positie de Duitse Laetishia Schimek en Française Mathilde Pedronno nog te passeren en kwam in de finale als eerste over de meet.
Marit van Beijnum plaatste zich bij de junioren in verreweg de snelste heat voor de halve finales. Daarin pakte ze direct na de start de leiding. Ze leek enige tijd stand te houden, maar viel alsnog terug en haalde de finale niet. Asja Varani pakte na de 200 meter van maandag opnieuw het goud, voor de Spaanse Sara Cabrera en de Italiaanse Asia Libralesso. Bij de heren strandden Jeroen de Kroon en Luuk van Timmeren in de kwalificaties. Het goud ging naar Nil Llop, die de rest van het veld op grote achterstand reed. Ivan Galar werd tweede, Omero Tafi veroverde namens Italië het brons.
Bij de jeugd viel Jorian ten Cate ondanks een tweede plek in de heat buiten de boot. Dankzij de snelle heat van Gijs Kamp ging hij wel door, maar kwam in de halve finale na een rommelige start tekort voor een finaleplaats. Bij de meisjes liep Lataesha Narain ondanks een solide tweede plek net de halve finale mis. Patricia Koot had een missertje bij de start en zakte vervolgens terug naar de laatste positie. Het goud ging opnieuw naar Spanje: Luisa González zegevierde voor haar landgenote Ruth Arza. Fran Vanhoutte greep brons voor België. Bij de jongens won Andrea Cremaschi voor Marco Lira (Portugal) en Filippo Moroni (Italië).
Klik hier voor de volledige uitslagen.