Kwant naar Italië om kampioen te worden

(Bron: Dagblad van het Noorden – Sjoerd Jansen)

Je baan opzeggen, naar het buitenland vertrekken en volledig kiezen voor je sport om de top te bereiken. De uit Koekange afkomstige inline-skater Rémon Kwant deed het. In Italië wordt zijn sport immers wel serieus genomen, vindt hij.

Rémon Kwant emigreert op zijn 28ste naar het Italiaanse Siena om een nog betere inline-skater te worden. Hij heeft onderdak gevonden bij de familie van zijn grote concurrent en vriend Duccio Marsili. Bij diens club traint de Drent sinds enige dagen mee, in de hoop om net als de Italiaan Europees kampioen op de sprintafstanden te worden. In Nederland kon hij zich door een gebrek aan goede trainingsmogelijkheden onvoldoende ontwikkelen. Vandaar dat de op de 500 en 1000 meter (piste) en one-lap (weg) gespecialiseerde Kwant zijn baan als kandidaat-notaris en zijn huis in Heerenveen achter zich liet om in Italië aan een nieuw sportief avontuur te beginnen. Geen gemakkelijke beslissing, want ook vriendin Floor, die haar eigen werk heeft, moet hij achterlaten. ,,Ik werd aan het denken gezet toen mijn contract als kandidaat-notaris bij mijn werkgever afliep’’, laat de skeeleraar vanuit Siena weten. ,,Om te kunnen trainen en skeeleren werkte ik maar twee dagen in de week, maar mijn baas wilde graag dat ik fulltime aan de slag zou gaan. Dat zou ten koste gaan van het sporten. Dus het was: shit wat ga ik doen? Mijn vriendin zei: je doet al jaren alles voor het inline-skaten, waarom ga je niet vol voor je sport? Ze had gelijk, ik besloot mijn baan op te zeggen.’’ De beslissing moest wel gepaard gaan met een andere manier van trainen. Volgens Kwant was het in Nederland maar aanmodderen. Zo stond hij op de skeelerbaan in Heerenveen tijdens de training vaak als enige zonder begeleiding op de baan. En daar word je ook als elfvoudig Nederlands kampioen niet beter van. ,,Afgelopen jaar was voor mij een dieptepunt; sportief en qua faciliteiten. Tien jaar geleden hadden we een mooie groep om mee te trainen, met onder anderen Ronald en Michel Mulder. Toen trainden we twee keer op een dag. Dat was top, maar daarna werd het elk jaar minder, totdat ik alles zelf moest doen. Ik had geen trainer, geen trainingsprogramma en geen trainingsmaatjes meer. Ik was helemaal alleen. Vanuit de KNSB was er geen enkele hulp.’’ 

Vandaar dat Kwant wel zijn vizier op het buitenland moest richten. ,,Om vol voor de sport te gaan, moet ik in een volwaardige topsportomgeving trainen. Die vind ik niet in Nederland. Vorig jaar ben ik al twee keer op trainingskamp in Siena geweest en dat beviel supergoed. Op het EK heb ik mensen van de Italiaanse club aangesproken en een balletje opgegooid of ik daar volledig zou kunnen trainen. Daar werd door de clubmensen, de coaches en de inline-skaters uit Siena heel enthousiast op gereageerd. Ik dacht: ik ga niet meer verder zoeken en ga er vol voor. Er was zoveel vertrouwen om met mij samen te werken. Ik was gek geweest als ik daar toch nee tegen had gezegd.’’ Door het opzeggen van zijn baan zijn de financiële mogelijkheden van de Drentse skeeleraar beperkt. Hij moet het doen met het geld dat zijn sponsors hem beschikbaar stellen. ,,Met skeeleren verdien ik niks. Ik moet met weinig geld uitkomen. Ik heb mijn sponsors lief aangekeken of ze nog wat meer wilden bijdragen. Daarnaast heb ik nieuwe sponsors gezocht. Dat is deels gelukt. Het budget is nog niet helemaal rond, maar ik wilde niet wachten om naar Italië te vertrekken tot al het geld er is. Ik hoop dat nog meer bedrijven me willen ondersteunen. Die kunnen zich dan melden bij mij, haha.’’ Het volgende probleem was het vinden van huisvesting in Siena. ,,Via mijn vriend Duccio Marsili kan ik bij hem en zijn ouders wonen. Daar maak ik graag gebruik van. Het is de goedkoopste optie. Het zijn superaardige mensen en het voelt heel fijn. Duccio en ik doen dezelfde trainingen. Dus het vervoer is ook geregeld. Dat geeft rust.’’ De Italiaanse topper Marsili, veelvuldig Europees kampioen en drie keer winnaar van de World Games, is het afgelopen jaar mede door de gezamenlijke trainingskampen een vriend geworden. ,,Duccio was eerst mijn concurrent. We reden op de EK de finale tegen elkaar, maar ons contact is uitgegroeid tot een vriendschap. Ik heb een eigen kamer en woon weer in een gezin. Dat is even wennen. Maar het belangrijkste is dat ik nu in Siena met de groep en de coaches kan trainen en weer een stapje kan maken. De eetgewoonten zijn anders dan bij ons. Maar het zal wel goed komen, want ze rijden allemaal heel hard, haha.’’ Kwant roemt het niveau van de trainingen in Italië. ,,Nadat ik in Nederland vaak alleen moest trainen, is het nu fijn om in een groepje op de vijfde of zesde plek te kunnen aanpikken en alsnog volle bak te moeten rijden. Ik kan me optrekken aan de concurrenten. Het verschil is verder dat ik in Italië heel veel krachttrainingen doe. Ze zeggen hier: je bent sprinter, dus je moet snelheid én kracht hebben. De intensiteit van de skeelertrainingen ligt hoger. Ik maak niet eens meer uren, maar het is pittiger.’’

Zijn sportieve doelen staan de Drent helder voor ogen. ,,Ik wil dit of volgend seizoen Europees kampioen worden. Ik ben al tweede, derde en vierde geweest. Nu wil ik graag een keer winnen. Het is een hoog doel, want het niveau bij het inline-skaten is in de afgelopen jaren gegroeid. Maar ik denk dat het haalbaar is. Dan is mijn missie al geslaagd. Daarnaast zien we verder wel hoe ik op een WK kan presteren.’’ Kwant werd afgelopen seizoen na een voor zijn doen slecht EK niet geselecteerd voor de wereldkampioenschappen. ,,Ik voelde me op de EK niet eens zo slecht, maar het kwam er gewoon niet uit. Het was een beetje een raadsel, want ik voelde me goed. Maar mijn wedstrijden op de EK waren niet goed genoeg. Ik had nul resultaat. Dat is ook een van de redenen om mijn horizon te verleggen. Ik wil presteren en ben een hoger niveau gewend. Het was niet eens allemaal zo slecht, maar dit wilde ik niet. Ik weet dat ik het kan en dat ik met de juiste mensen om me heen kan groeien. Ik ben niet eerder vol voor mijn sport gegaan. Ik had er altijd mijn studie en werk naast. Het is maar een kleine stap omhoog, geen enorme.’’ Kwant noemt zijn vertrek naar Siena – bekend van zijn middeleeuwse stadscentrum, de befaamde paardenraces en de Strade Bianche – een mooi avontuur. ,,Maar eigenlijk baal ik ervan dat ik dit moet doen. Tien jaar geleden was het skeeleren in Nederland top. Maar daarna is het helemaal afgebrokkeld. Dat is doodzonde. Natuurlijk hebben we het schaatsen, maar dat was vroeger ook zo. Volgens mij kan het skeeleren best samen naast het schaatsen bestaan. Maar met dit beleid kan ik me voorstellen dat sporters voor het schaatsen kiezen. Daar baal ik van. De KNSB kan ook met weinig middelen een goed trainingsprogramma draaien, maar dat gebeurt niet. Skeeleraars zijn al gewend om alles zelf te betalen en willen op die manier best op trainingskamp een aantal keren per jaar. Maar vanuit de KNSB wordt zoiets niet geopperd, zodat iedereen nu zijn eigen weg gaat. Er is een gebrek aan een visie. Dat is doodzonde.’’ Kwant wil nog wel met enige regelmaat op het vliegtuig naar Nederland stappen. ,,Mijn vriendin woont natuurlijk in ons huis in Heerenveen en ook mijn familie wil ik af en toe zien. Ooit wil ik terugkeren in het notariaat, maar skeeleren is op dit moment het leukste dat er is. Je moet doen wat je leuk vindt. Werken kan altijd nog wel een keer.’’

Rémon Kwant: ‘Ik wil hier niet langer blijven aanklooien’

(bron: Schaatsen.nl)

Inlineskater Rémon Kwant (28) moet net even te vaak aan mensen uitleggen dat hij met zijn sport geen euro verdient. En nu heeft-ie ook nog zijn baan opgezegd als kandidaat-notaris, omdat hij in Italië zijn sportieve geluk op de wieltjes wil najagen. Het is een even moedige, bewuste als risicovolle keuze. “Wanneer ik dat vertel, denken ze: die gast is knettergek. Dat zal wel. Maar ik wil niet langer hier blijven aanklooien.”

foto: Neeke Smit / TIMS Imaging

Deze week verkast Kwant naar Siena, toeristische trekpleister in Toscane, om hopelijk de sprong te maken naar de Europese skeelertop. Hij noemt het een weloverwogen besluit, maar in een adem ook een noodgedwongen keuze. Daar baalt hij van. “Ik zou liever in Nederland zijn gebleven. Hier heb ik echter niets meer om beter te worden. Er is niemand met wie ik kan trainen, er wordt ook niets opgestart. Ik ben 28 en heb niet zoveel tijd meer om wat te bereiken. Dus ik dacht: als ik nog wat wil, moet het nu…”
Siena, bekend van de wilde paardenrace die twee keer per jaar wordt gehouden én als aankomstplaats van de wielerklassieker over de Strade Bianche, is de woonplaats van zijn vriend Duccio Marsili, een van de meest succesvolle sprinters op skates. Grappig: Kwant trekt in bij een grote concurrent en zijn familie om zich binnen zijn club te ontwikkelen tot een kanshebber op medailles bij de belangrijkste wedstrijden. Dat is zijn drive.

Rémon Kwant EK L'Aquila 2022
foto: Neeke Smit / TIMS Imaging

Hij was er vorig jaar al twee keer een dag of tien, voor een trainingsstage met de club van zijn Italiaanse maat. Nu wordt het een langer verblijf in een enigszins vast, repeterend ritme: drie weken Siena, een week terug naar zijn vriendin en familie in Nederland, en retour richting Italië. Gelukkig kan-ie bij de Marsili’s wonen, dat scheelt een hoop kosten. “Als je salaris is weggevallen, moet je het van je sponsorbijdragen doen, hè. Een aantal partners dat me steunt, vindt mijn avontuur mooi en heeft daarom het budget wat opgeschroefd. Alleen, het is nog niet kostendekkend. Ik ben op zoek naar nieuwe partijen.”

Het is nogal een stap, Rémon!
“Zo’n besluit neem je niet een, twee, drie. Het was niet zo dat ik zonder werk zat. Integendeel, ik heb gewoon mijn baan opgezegd, terwijl er een heel mooi contract klaarlag om te verlengen. Ik voelde een beetje dat ik op een kruispunt stond, met de gedachte: wat ga ik nu doen? Voor mijn werk heb ik gestudeerd, dat vind ik mooi, maar die job kan ik nog heel lang doen. Sporten is voor een bepaalde periode. Het was hét moment om deze keuze te maken. Ik heb er lang over nagedacht en uiteindelijk aan het einde van vorige zomer al beslist voor het inlineskaten te gaan. Mijn werkgever moest het tijdig weten, zodat er naar een vervanger kon worden gezocht.”

“Omdat ik niet naar het wereldkampioenschap Inlineskaten mocht, kon ik drie maanden eerder – in oktober 2022 – beginnen aan het trainingsprogramma van de club. Ondertussen was er heel veel te regelen, met het oog op de verhuizing. Ik moest bij bedrijven langs voor het komend seizoen, bezocht de sponsors om te bedanken voor het afgelopen jaar, en het was behoorlijk wennen aan de trainingen die ze in Italië gewend zijn – veel intensiever. Daarnaast ben ik blijven werken bij het notariskantoor tot twee weken geleden omdat hoofdstuk goed af te sluiten.”

Rémon Kwant EK sprint weg 2022
foto: Neeke Smit/ TIMS Imaging

Even de focus verleggen naar het sportieve aspect. Je wilt verder komen als atleet, ook omdat je gevoel zegt dat er meer inzit. Wat denk je te vinden in Siena, of wat heeft er voordien ontbroken?
“Zo’n twaalf jaar terug, in 2011, kwam ik als broekie in Heerenveen en mocht ik meetrainen met de senioren. Ik merkte dat mijn niveau daardoor steeg. Op dat moment zat ik op plek zeven, zes, of acht in de groep achter de gebroeders Mulder (de tweeling Michel en Ronald, red.) aan te knallen. Het enige dat ik dacht: ik kan alleen maar beter worden en groeien. Toen vielen zij weg en had ik het gevoel dat ik de kar moest trekken. Tegelijkertijd werd duidelijk dat het voor de skeelersport jaar in jaar uit minder werd. De faciliteiten, de groep om me heen, het geld van de KNSB, alles liep terug. Het was op het laatst hoppen naar groepjes rijders om samen te trainen, terwijl veel werd afgebouwd.”

“Totdat ik afgelopen seizoen álles zelf moest doen. Toch bleef ik altijd een behoorlijk niveau houden. Oké, afgelopen seizoen was niet goed, maar het jaar ervoor beschouw ik als een van mijn beste, hoewel ik toen ook al alleen met Valentina (Berga-Belloni, de bondscoach, red.) trainde, zonder andere rijders om me heen. De resultaten zorgden ervoor dat ik bleef denken dat er meer mogelijk was. In 2015 en 2016, de eerste jaren als senior, eindigde ik een paar keer als zesde op het WK, en reed ik beter rondetijden dan nu. Dat besefte ik op dat moment niet, omdat ik nog achteraan de groep bungelde. De laatste jaren reed ik altijd op kop. Dat zette me aan het denken. Misschien moest ik weer naar een situatie waarin ik niet meer voortdurend op kop zou hoeven rijden, maar in een groep zou kunnen zitten.”

Zonder eigen trainer was Kwant op zichzelf aangewezen, ook als het bijvoorbeeld over het jaarprogramma ging. Sporttechnisch kwam hij aan alle kanten hulp tekort. “Prima, zei ik daarom vorig jaar, ik stop met werken en blijf niet langer aanklooien. Ik moet op zoek naar een topsportomgeving. In het inlinen denk je dan meteen aan Zuid-Amerikaanse landen, Colombia voorop, maar ook: waarom zou ik zo ver weggaan als ik connecties heb in Italië? Marsili heeft drie keer de World Games gewonnen, is talloze jaren Europees kampioen geweest en in 2022 was hij een van de beste sprinters ter wereld. Dan hoef ik toch niet naar de andere kant van de aardbol?”

Rémon Kwant spagaat zomer 22
foto: Neeke Smit/ TIMS Imaging

Conclusie: goed dat je de stap zet. Als topsporter moet je voor jezelf durven kiezen als je alles uit je carrière wilt halen. Ik veronderstel dat er ook overleg is geweest met de bondscoach?
“Jazeker. Ik moet overleggen, want ik wil het EK winnen. Om daaraan te kunnen meedoen, heb ik wel Valentina nodig. Ik vroeg haar wat de plannen zijn, maar het werd weer vooruitgeschoven, al wil ik haar er niet verantwoordelijk voor houden. Het werd duidelijk dat er niets gebeurt. Dus beperkte ik het tot vragen wanneer ik aanwezig moet zijn en wat ik moet rijden om de grote toernooien te halen. Trouwens, ik heb ook gesproken met Marcel Scheperkamp (discipline manager Inlineskaten bij de KNSB, red.). Als hij met concrete plannen voor mij was gekomen, weet ik nog niet of dat ook zou hebben gewerkt en de beste keuze zou zijn, maar ik zou het wel toejuichen….”

Kwant had naar eigen zeggen best de krachten willen bundelen met de paar ander getalenteerde en gepassioneerde skeeleraars. “Ik denk ook dat ik dat een aantal keer lichtjes heb geprobeerd te organiseren. Wanneer Glenn Nijenhuis, Jelmar en ik gezamenlijk zouden zijn gaan trainen, waren Valentina en Marcel vanzelf gevolgd. Glenn en Jelmar trainen wel samen bij de gebroeders Schipper of Bianca Roosenboom. Had ik misschien ook kunnen doen. Maar eerlijk is eerlijk: waar ik nu heenga hebben ze bewezen dat het wereldtop is. Bovendien wil ik niet alleen maar op kop moeten rijden. Het liefst word ik er in elke training afgereden, dat triggert me steeds opnieuw te verbeteren. Ik heb die ervaring van twaalf jaar terug – het rijden in een groep – waardoor ik het best reed. Maar voordat je dat hier in Nederland kunt simuleren…”

Hij herhaalt woorden die hij zoëven uitsprak. “Ik ben 28, heb veel verschillende trainers gehad en veel trainingsmethodes gevolgd. Daardoor ben ik klaar voor deze stap. Dit is geen halve stap, maar ik beland straks in een totaal andere situatie waarin mijn niveau niet hetzelfde zal blijven. Ik denk dat ik kan groeien, al besef ik evengoed dat het de andere kant kan opgaan. Als ik er geen vertrouwen in zou hebben, zou ik het niet doen. Het is een risico en een gok, want ze trainen heel anders. Het moet goed uitpakken.”

Valentina Berga-Belloni (2)
foto: Neeke Smit/ TIMS Imaging

Inlineskater Rémon Kwant zegt baan op en gaat vol voor z’n sport in Italië

(bron: RTV Drenthe)

INLINESKATEN – Rémon Kwant wil nog één keer alles op alles zetten om alles uit z’n sport te halen. De 28-jarige inlineskater uit Koekange heeft z’n baan als kandidaat-notaris daarvoor inmiddels opgezegd en vertrekt volgende week naar Italië om daar met de crème de la crème van de sport samen te trainen.”Ik ben meerdere keren Nederlands Kampioen geworden en heb verschillende keren op het podium gestaan op de Europese Kampioenschappen. Maar ik wil meer”, reageert Kwant op zijn drastische besluit.

foto: RTV Drenthe/Karin Mulder

Topsportomgeving

In Nederland is het voor hem de laatste jaren steeds lastiger geworden om een goede topsport-omgeving te vinden.”Tien jaar geleden kon ik nog als ‘broekie’ meetrainen met senioren als Ronald en Michel Mulder met de nodige Europese en wereldtitels achter hun naam. Maar de afgelopen jaren stond ik er helemaal alleen voor. Geen groep van hetzelfde niveau om mee te trainen en geen trainer langs de kant. Ik heb er het beste van gemaakt door regelmatig mijn concurrenten in het buitenland op te zoeken. Maar helaas bracht dat me niet waar ik op gehoopt had.”

Siena

Om een beter trainingsprogramma te kunnen volgen met snelle trainingspartners vertrekt hij volgende week woensdag naar Siena. “Daar ga ik trainen met Duccio Marsili. Hij won drie keer goud op de Wereldspelen. Dat zijn de Olympische Spelen voor niet Olympische sporten. Ook werd hij vier keer tweede op het wereldkampioenschap en negen keer Europees kampioen. Ik sluit aan bij zijn club Mens Sana 1871 Pattinaggio Corsa.”

‘All in”

Kwant zal de komende tijd wat heen en weer moeten pendelen tussen Italië en Nederland. “Het idee is om zoveel mogelijk in Italië te zijn. Vooral daar wil ik me voorbereiden op de EK in Frankrijk en het WK in Italië. Maar uiteraard zal ik ook nog regelmatig in Nederland zijn voor wedstrijden en de nationale selectietrainingen. Want ik moet me wel eerst kwalificeren voor het EK en WK.”Maar al met al heeft Kwant het gevoel dat juist nu, op z’n 28e, de tijd rijp is voor een nieuw avontuur. “Door deze keuze heb ik wel het gevoel dat ik ‘all in’ ga”, besluit Kwant.

RÉMON KWANT: ‘BEN IN MIJN HOOFD ALTIJD BEZIG MET HET EK’

Het ene NK (Weg) zit er nog maar net op of het volgende NK (Baan) staat alweer voor de deur. Van 15 tot en met 16 juli strijden Nederlands beste inlineskaters in Rijssen om de nationale titels en de rood-wit-blauwe truien. Rémon Kwant, de kersverse Nederlands kampioen op de One Lap, hoopt zijn nationale titels van vorig jaar te prolongeren. In aanloop naar het NK spreken we de 27-jarige inlineskater over zijn kansen en over zijn andere doelen dit seizoen.

foto: Neeke Smit (TIMS IMAGING)

Rémon, de grote wedstrijden volgen zich in rap tempo op. Zijn dit de leukste tijden voor een sporter?

“Zeker weten, titeltoernooien zijn altijd leuk om te doen en om naartoe te werken. Sinds enkele weken heb ik alleen wel een lichte blessure aan m’n been, dus het is nog even de vraag hoe snel ik daar vanaf kom. Ik kan er bijna alles mee doen, behalve starten. Toch heb ik er alle vertrouwen in dat het volgende week voorbij is en dat ik kan laten zien dat ik écht in vorm ben.”

Je verdedigt je titels op de 200, 500 en 1000 meter. Met welke verwachtingen sta jij volgende week aan de start?

“Ik ga er natuurlijk alles aan doen om mijn titels te verdedigen, maar mijn focus ligt in eerste instantie op de 500 en 1000 meter. Het moeilijke van een NK is dat er altijd een bepaalde druk bij komt kijken die je bij een trainingswedstrijd niet hebt. Daarnaast verwacht iedereen wel even dat ik de titels binnensleep, maar zo vanzelfsprekend is dat niet. Zeker als je naar het begin van het seizoen kijkt.”

Vertel.

“De afgelopen twee seizoenen heb ik in Nederland – op de 100 meters na – bijna alles gewonnen wat er te winnen viel. Dit seizoen begon het verre van goed. Ik heb in de winter heel hard getraind, maar op de een of andere manier kwam het er niet uit tijdens de Europa Cups en de nationale wedstrijden. Het duurde heel lang voordat ik weer eens een wedstrijd won..”

Bij het NK Weg stond je er weer en won je goud op de One Lap. Was dat voor jou een verrassing?

“Ik was heel erg blij met die titel. In aanloop naar het NK waren mijn tijden en uitslagen gewoon niet goed en ik had geen idee waar het aan lag. Na de Europa Cup-cyclus heb ik technisch het een en ander aangepast en sindsdien merk ik dat het weer begint te lopen. Uiteindelijk kun je zeggen dat ik er precies op het goede moment stond.”

Als Nederlands inlineskater ben je veel op jezelf aangewezen. Kun jij uitleggen hoe moeilijk dat voor een topsporter is?

“Dat is erg lastig. Een aantal jaar geleden was er een nationale selectie die regelmatig bij elkaar kwam, maar dat is elk jaar wat minder geworden. Tot vorig jaar kreeg ik nog een schema van de bondscoach, maar na het EK moest ik het zelf gaan uitzoeken. De bondscoach wilde niet alleen voor mij een schema maken, omdat dat niet eerlijk was tegenover de anderen.”

Hoe heb je het dit seizoen aangepakt?

“Ik dacht bij mezelf: ik moet mensen zoeken met wie ik kan trainen. Ik heb Duccio Marsili (vice-wereldkampioen One Lap) gevraagd of ik een paar keer met hem in Italië kon trainen en dat vond hij prima. Dan merk je wel dat het fijn is om met zo’n topper te kunnen trainen. Ook heb ik een aantal keer met de Chileense nationale selectie meegetraind en daar heb ik veel van geleerd. Nee, ideaal is het niet. Het zou fijner zijn als je een volledig jaarprogramma hebt en met een groepje naar de grote toernooien kunt toewerken.”

Wat zijn je verwachtingen voor de rest van het seizoen? 

“Ik ben in mijn hoofd altijd bezig met het EK, wil heel graag een keer Europees kampioen worden. Natuurlijk wil ik daarna ook het WK rijden, maar een gouden medaille op het EK ligt meer binnen handbereik dan een podiumplek op het WK. Ik wil het stapje voor stapje doen en dan moet je eerst zorgen dat je op het EK wint. Op die manier probeer ik ernaar te kijken.”

Vorig jaar werd je tweede (Teamsprint) en derde (One Lap) op het Europese kampioenschap. Waren dat de resultaten waar je op had gehoopt?

“Het pistetoernooi was echt niet goed, waardoor ik behoorlijk aan mezelf ging twijfelen. Je traint alleen, doet er alles voor, maar als je geen resultaten haalt, denk je wel: waarvoor doe je het nog? Gelukkig draaide het op het wegtoernooi allemaal bij en pakte ik twee medailles. Daar heb ik wel vertrouwen van gekregen.”

Na het EK volgde het WK in Colombia. Welk gevoel heb je daaraan overgehouden? 

“Ik was echt in vorm daar. Ik stond met één been in de halve finale van de 500 meter, maar de jury vond dat ik iets niet correct had gedaan, waardoor ik werd teruggezet in de uitslag. Dat was balen, maar anderzijds gaf het me veel motivatie voor dit jaar. Ik kan terugkijken op een constant seizoen en daar kan ik zeker mee verder.”

Tot slot. Wat is jouw favoriete product van Orise Vitamins? 

“De Allround Sport is voor mij de basis voor wat ik gebruik. Aan de hand daarvan kijk ik wat er extra bij moet: Vitamine C, D of ijzer. Ik ben heel erg blij dat ik hierin ondersteund word. Zeker op de momenten dat de weerstand laag is, trekt zo’n tablet het weer snel omhoog. Bovendien merk ik dat ik veel minder vaak ziek of verkouden ben geweest sinds ik die producten neem. Ik weet niet of het alleen daardoor komt, maar het speelt zeker een rol.”

Het gaatje dat Rémon Kwant én Glenn Nijenhuis duur komt te staan

(Bron: Schaatsen.nl)

Wat is het nou? Op het scherpst van de snede, of over de grens? De meningen over de bijzondere afloop van de sprintfinale op de 500 meter inlineskaten van het Daikin NK op de baan voor mannen zijn en zullen voor altijd verdeeld blijven. “Maar het was wel spektakel, of niet. Dat willen de mensen toch?”, stelt Rémon Kwant, een van de hoofdrolspelers en tegelijkertijd de grote schlemiel in de klucht, niet veel later vast. Daar is geen woord van gelogen.

foto: Neeke Smit (TIMS IMAGING)

De feiten, of misschien is de omschrijving ooggetuigenverslag beter op zijn plaats. Want niemand die direct betrokken is geweest bij de al dan niet geoorloofde haasje-over praktijken in de slotronde van deze 500 meter, kan met honderd procent zekerheid zeggen dat zijn of haar versie van de gebeurtenissen de juiste is. Iedereen maakt er een verhaal van, en dat verandert al gauw in een soort waarheid.

Maar goed, die koersbewegingen, geregistreerd vanachter de boarding boven in de bocht waar het plotseling tot een clash kwam tussen Rémon Kwant en Glenn Nijenhuis: bij het klinken van de bel katapulteert Kwant zich op het rechte eind diagonaal naar de binnenkant van de bocht. Hij ziet daar de ruimte om de koppositie in te pikken en zo zijn titelkansen te vergroten. Nijenhuis’ intuïtie is identiek. De Heerdenaar zoekt ook de kortste route over het asfalt, met tot gevolg dat de twee elkaar binnen een paar meter raken. Kwant duikt in elkaar, in de hoop als een onzichtbare schicht langs Nijenhuis te schieten.

Dan zijn er zwaaiende armen, er wordt een lijn overschreden die toegang verschaft tot sowieso verboden gebied, en een man recht de rug, steekt vertwijfeld (of met veel misbaar?) zijn armen in de lucht en houdt verder de benen stil. Voor Nijenhuis hoeft het niet meer. Nog 180 meter of zoiets. Kwant ploegt verder, houdt de broers Rick en Kay Schipper achter zich en drukt zijn voorste skeeler met een triomfantelijk gebaar als eerste over de streep. Hij is kampioen. Of anders gezegd: hij waant zich kampioen.

Het is kortstondig geluk. De jury dromt samen op het middenterrein. Zeven, acht mannen en vrouwen buigen zich met elkaar over de vraag wat ze allemaal hebben waargenomen. ’n Lastige klus, dat is duidelijk, maar er komt een verdict. “Rémon Kwant wordt gediskwalificeerd”, roept de speaker. “En de andere drie rijders zullen opnieuw starten.” Het zijn mededelingen met hetzelfde effect als olie op een vuur. De discussies laaien op, en hier en daar raken sommige mensen al vlug tamelijk oververhit.

Kwant praat met de jury, zijn vader beweert dat de regels niet worden nageleefd, maar begrijpt weldra dat er aan de uitsluiting van zijn zoon niets meer zal veranderen. Zo ben je de koning van het NK (2021, drie titels), zo moet je de twee zilveren medailles (200 en 1000 meter) koesteren. Hij kan nog lachen. Al is-ie het niet eens met de gang van zaken. Want is het zo erg geweest?

“Ik denk dat het best een faire race was en op de grens van het toelaatbare”, verklaart Kwant. “Toen ik Glenn inhaalde aan de binnenkant, had ik meer snelheid. Het was de enige mogelijkheid om hem voorbij te gaan. Tja, wat moet je doen als je meer snelheid hebt? Remmen, rechtop gaan staan? We reden naar de bel, en er was ruimte binnen, ik versnelde voluit richting de bocht bij na de finish. Glenn zag me en ging ook naar de binnenkant, wat logisch is, want dat was de betere lijn. Ik zei tegen de jury: wat is de reden van mijn DSQ? Er gebeurden verschillende dingen, maar ze gaven als verklaring dat ik over de lijn was gegaan.

Op dat moment dacht ik: ik zou niet weten welke kant ik anders had moeten opgaan. Uiteraard zag ik ook wel dat ik de lijn over ging. Door me zo klein mogelijk te maken en mijn handen bij me te houden wilde ik het contact beperken. Maar Glenn kwam naar me toe, zocht contact en gleed vervolgens naar buiten. Ja, dat gebeurde vanzelf, omdat een asfaltbaan glad is. Het was kak en hij had er nadeel van. Maar het was geen bewuste actie. Ik blijf me nu afvragen: wat had ik anders moeten doen? Het is een race, je moet inhalen, buitenom kon niet. Daar bevond Glenn zich, dus dook ik binnendoor omdat ik dacht dat het kon. Maar het gaatje werd dichtgegooid. Volgens mij was Glenn er wat te laat mee. Ach, dit is strijd op het randje wat topsport zo mooi maakt…”

Neemt niet weg dat Nijenhuis het liever anders had gezien. Wat heeft hij, net hersteld van corona die hem momenteel slechts sporadisch in staat stelt tot het gaatje te gaan, nou aan een herkansing? Niets, zo blijkt. De race met de twee Schipper-broers eindigt in een een-tweetje. Brons is niet eens een troostprijs. “De eerste finale lag ik in kansrijke positie, en had het gat aan de binnenkant van de bocht afgeschermd. Je zou heel veel snelheid moeten hebben om daarin te kunnen zodat je mij nog voorbij zou kunnen steken. Rémon zette ’m gewoon ernaast. Toen we de bocht in vlogen, zaten we al op de lijn. Ik voelde een hand op mijn heup die me langzaam maar zeker naar buiten duwde, naar de tweede lijn. Dan ben je klaar. De eerste reactie was er een van boosheid. Je kent als sprinter de vieze trucjes. Zodra iemand zijn hand op je heup legt, drukt hij je de bocht uit”, zegt Nijenhuis.

“Of hij het expres deed, weet ik niet. Sprinters hebben reflexen in dergelijke situaties.
Ik vloog naar buiten en dacht: krijg de pleuris. Ik stop ermee. Rémon overschreed ook de lijn, hij deed meerdere dingen die niet konden. De herstart? Die was puur voor het principe. Ik wilde me ook niet direct gewonnen geven. Er kon altijd iets onverwachts gebeuren. Even probeerde ik het gevecht aan te gaan, maar in de laatste ronde was de batterij vlug leeg. En ik had niet een, maar twee Schippertjes die me links en rechts om de oren vliegen. Daar kan ik niets lelijks van vinden. Die jongens hebben goed gereden.”

En Kay Schipper is de man. Maar daar hebben weinigen het nog over.