Na een super eerste jaar tussen de senioren in de zomer van 2015 was ik gebrand om het afgelopen zomer nog beter te doen. Ik had het schaatsen afgelopen winter op een lager pitje gezet om me zo goed mogelijk voor te kunnen bereiden op het zomerseizoen. Ik heb hard getraind en ben sterker geworden. We kregen ook te maken met een nieuwe bondscoach en een andere trainingsaanpak. Vanaf het begin van de nieuwe samenwerking voelde ik dat ik goed op weg was. Ik maakte behoorlijk wat uren op de skeelers en was klaar voor het nieuwe seizoen.
Ondanks dat ik nog volop in training zat wist ik leuk mee te doen bij de eerste Europa Cup wedstrijden in Duitsland en Heerde. Echt bijzondere resultaten waren dit nog niet, maar die zouden later in het seizoen nog moeten komen. Op een gegeven moment kreeg ik te maken met koorts en een lichte blessure aan mijn achillespees, waardoor ik een paar wedstrijden noodgedwongen moest afzeggen. Jammer, maar alle focus was gericht op de Nederlandse Kampioenschappen in Heerde.
Hoe dichter we bij dat NK kwamen, des te fitter ik werd. Ik reed snelle rondjes op trainingen en voelde me erg sterk. In het weekend voor de NK in Heerde, stond de NK 100 meter dragrace voor mij op het programma. De broers Ronald en Michel Mulder waren hier als pure sprinters de topfavoriet, maar ik wilde als outsider heel graag het podium completeren. Alles ging goed, totdat ik in de kwartfinale na 70 meter een liesblessure opliep. Ik kon de 100 meter niet meer volmaken en ik rolde zo snel mogelijk naar de EHBO toe. Ik voelde meteen dat het niet goed zat, maar ik wilde er alles aan doen om zo snel mogelijk weer bovenop deze blessure te komen. Het NK op de baan van Heerde stond namelijk een week later op het programma en hier moest ik goed zijn om me überhaupt te kunnen kwalificeren voor belangrijke toernooien. In plaats van een weekje rustig trainen en fit worden voor de NK stond er iets heel anders op het programma: fysiobezoeken, massages en koelen.
Na een week intensief behandeld te zijn, door onder andere mijn fysio Hans Kocks en mijn masseuse Wilma Schellingerhoudt (nogmaals dank!), stond het NK al snel voor de deur. Ik had de hele week niet op skeelers kunnen staan en op vrijdagmorgen, de dag van de 300 en 1000 meter, trok ik voor het eerst mijn skeelers aan om te kijken of ik überhaupt van start kon gaan. Ik kon op de skeelers staan en rustig wat rondjes rijden, maar ik kon totaal niet afzetten met mijn linkerbeen. Om nou te zeggen dat ik dus klaar was voor de wedstrijden, nee totaal niet. De 300 meter liet ik daarom ook meteen maar lopen. Het risico dat mijn blessure erger werd was te groot. Ik wist niet echt wat ik voor de andere afstand, de 1000 meter, kon verwachten. Ik deed een warming up zo goed als ik kon, maar toch voelde mijn lies verre van goed. Echter was de wil om op de EK/WK te verschijnen te groot, dus ik ging uiteindelijk toch van start op de 1000 meter. Verstandig? Nee; dat denk ik zeker niet. Wel ben ik blij dat ik dit heb gedaan, want het bracht me wel een zilveren medaille op, vlak achter de winnaar Mark Horsten. Daarnaast was mijn prestatie ook te zien bij het NOS Sportjournaal.
Hoe groot risico ik had genomen om op de 1000 meter van start te gaan bleek s’avonds. Ik kon namelijk amper de trap opkomen om naar bed te gaan. Ook heb ik die nacht ontzettend slecht geslapen en ook de volgende morgen kon ik amper mijn bed uitkomen. Ik was dus gedwongen om niet meer van start te gaan de rest van het weekend. Ontzettend jammer, want ondanks deze fikse blessure wist ik toch nog veel uit mijn lichaam te krijgen. Hoe dit weekend er voor mij zonder blessure uit had gezien blijft een raadsel. Ondertussen moest ik dus aankijken hoe mijn concurrenten gingen strijden om de titels en startbewijzen voor de EK/WK. Ik moest wachten en hopen dat mijn zilveren medaille op de 1000 meter genoeg was om me te plaatsen.
Het verlossende woord kwam vlak na de NK. De bondscoach begreep mijn situatie volkomen en zag de potentie. Aangezien er veel verschillende winnaars waren op de NK werd er een grote groep geselecteerd voor de EK. Dit was totaal niet in mijn voordeel en in principe zou ik alleen van start mogen gaan op de 1000 meter tijdens de EK in Heerde. Blijdschap en teleurstelling kwamen hier bij mekaar. Natuurlijk was ik blij dat überhaupt van start mocht gaan op een hele mooie afstand tijdens de EK, maar ik baalde ook ontzettend dat ik geen kans zou krijgen op mijn andere afstanden: de 500 meter en de 1lap sprint.
Na een +/- 6 weken niet op skeelers te hebben gestaan en bezig te zijn geweest met revalidatie en fiets- en krachttrainingen was ik net op tijd hersteld voor een belangrijk trainingskamp in Heerde en twee landelijke baanwedstrijden. Al snel bleek dat mijn lies helemaal hersteld was en dat ik niet veel van mijn snelheid was verloren. Wel was de start een probleem, maar hoe dichter we op de EK kwamen, hoe kleiner dat probleem werd.
Toen was het zover. De Europese Kampioenschappen in eigen land. Ik was er klaar voor. Ik reed in trainingen snelle rondjes en ik voelde me goed. Ondanks de grote verbeteringen kreeg ik normaals de bevestiging dat ik NIET van start mocht gaan op het wegtoernooi en ook niet op de 500 meter. In mijn achterhoofd baalde ik daar ontzettend van en misschien had dit nog wel meer effect op mijn resultaten dan dat ik gehoopt had. Naast de 1000 meter, mocht ik ook op de 300 meter van start gaan. Vorig jaar wist ik de finale niet te halen, dit jaar echter wel. Ik kon tevreden zijn met dit resultaat, maar mijn afstand moest nog komen. Ik reed zeer goede voorrondes op de 1000 meter en uiteindelijk wist ik de finale van de 1000 meter te halen. Mijn eerste keer in de finale tussen de senioren op de 1000 meter. Ik wilde heel graag die medaille halen, maar door wat tactische foutjes zat dat er helaas niet in. Ontzettend jammer, maar mijn EK zat erop. Zoals gezegd, ik had me door mijn liesblessure niet gekwalificeerd voor het wegtoernooi en de afsluitende marathon. Toch kon ik blij zijn met mijn 1000 meter races, ook al had er misschien iets meer ingezeten.
Tot slot iets over de Wereldkampioenschappen. Ik had mij door mijn top 6 plek op de EK weten te plaatsen voor de WK in China. De voorbereiding op dit toernooi was verre van goed. Mijn visum werd keer op keer geweigerd en lang leek het erop dat ik China niet in zou komen. Terwijl de hele selectie al in China was aangekomen hield ik me bezig met bezoeken aan verschillende instellingen in Den-Haag en ook gingen er mails, telefoontjes en brieven van de ene instantie naar de andere. De KNSB, NOC*NSF, de Chinese ambassade, de visumdienst, minister Schippers (VWS), minister Koenders (BuZa), het orgranisatiecomitee; allemaal zaten ze achter mijn visum aan. Heel veel stress, maar uiteindelijk kreeg ik op de dinsdag voor het toernooi (wat op zondag zou beginnen) het verlossende telefoontje: ik kon de volgende dag op het vliegtuig stappen.
Op de donderdag kwam ik aan en mede door de korte voorbereidingstijd en jetlag mocht ik van de coach de eerste twee dagen van het toernooi niet van start gaan. Weer mocht ik dus niet van start gaan op de 500 meter, maar wel kreeg ik het vertrouwen van hem op de 1000 meter. Tussen de wedstrijden door, moest ik mezelf zien voor te bereiden op de 1000 meter, maar vooral ook op mijn hoofddoel: de 1lap sprint op de weg. Ergens balen, maar ergens kon ik wel doen waar ik me goed bij voelde. Ik kon me optimaal prepareren voor de belangrijkste wedstrijden van mijn seizoen. Tijdens de 1000 meter bleek dat ik snel was aangepast aan het tijdsverschil en de hoge temperaturen. Ik reed een sterke rit, maar helaas was mijn serie niet snel genoeg om door te gaan naar de volgende ronde. De volgende dag mocht ik van start gaan op de 100 meter dragrace. Niet mijn afstand, maar ik ging van start om toch weer de wedstrijddruk te voelen en ook wat gevoel met het asfalt te krijgen. Geen bijzonder resultaat, wel een goed gevoel. Uiteindelijk kwam de dag waarvoor ik naar China was gereisd. De 1lap sprint. In 2015 wist ik in Kaohsiung (TWN) hier als 6e te eindigen. Ook dit jaar wist ik in de halve finale terecht te komen, samen met drie andere sterke rijders en tevens wereldkampioenen uit Colombia (#1 skeelerland ter wereld), Frankrijk en Chili. Helaas bleken zij iets te sterk voor mij (en werden zij uiteindelijk ook de Wereldkampioen en de nummer 3). Wel betekende dit weer een 6e plaats op mijn tweede wereld kampioenschap bij de senioren. Ook was ik de tweede Europeaan en kan ik dus zeggen dat ook dit WK weer was geslaagd.
Ondanks heel wat blessureleed en ziekte wist ik mijn seizoen dus goed af te sluiten. Een top-6 klassering is voor mij op dit moment een super prestatie. Ik ben nog jong en het niveau op een WK is extreem hoog. Ik ben blij dat ik mij er toch weer wist tussen te rijden.
Op dit moment ben ik weer druk bezig met de voorbereidingen op het nieuwe skeelerseizoen. Ik heb er ontzettend veel vertrouwen in dat ik weer stappen kan maken en hopelijk kan ik iets heel moois laten zien komend jaar. Tot die tijd probeer ik me ook wat te verbeteren op het ijs. Inmiddels heb ik persoonlijke records gereden op de 500 en 1000 meter, ondanks dat ik hard train voor de zomer en niet dus niet top-fit kan zijn op de schaats. Dit zijn keuzes die ik heb gemaakt en ik hoop dat dat de komende jaren gaat uitbetalen op de skeelers.